Deel via

Dr. Dorry Boll is niet alleen gynaecologisch-oncoloog, maar ook medisch seksuoloog in het Eindhovense Catharina Ziekenhuis. En daarmee een expert als het gaat om bijvoorbeeld eierstokkanker en seksualiteit. "Bij de diagnose eierstokkanker staat de wereld op zijn kop. Overleving heeft op dat moment de hoogste prioriteit, maar oog houden voor kwaliteit van leven en seksualiteit is evengoed van belang”

Vrouwen met eierstokkanker (ovariumcarcinoom) krijgen vaak pas laat klachten, of zelfs helemaal geen. "Je ziet vaak vrouwen pas als de eierstok groter wordt of als er vocht in de buikholte komt", vertelt dr. Dorry Boll van het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven. "Bij vrouwen die een echo krijgen omdat ze bijvoorbeeld afwijkend bloedverlies hebben, kan er bij toeval een vergrote eierstok worden gezien en kan je de ziekte in een vroeg stadium ontdekken. Helaas bleek bij een groot onderzoek in Groot-Brittannië dat echografisch screenen niet bij alle vrouwen helpt om eierstokkanker vroeg op te sporen. Meestal komen vrouwen in een later stadium bij de gynaecologische oncoloog terecht. Er is dan sprake van een gevorderd stadium (stadium-III of -IV). Dat is ook de reden waarom de overlevingscijfers van eierstokkanker tegenvallen. Ook al behandelen we dit goed, eierstokkanker kent een hoge kans op een recidief. Van de vrouwen die met stadium-III binnenkomen, overleeft na vijf jaar slechts 35 procent deze tumor. Eierstokkanker is dan ook de vijfde oorzaak van kankersterfte bij de vrouw".  

De gemiddelde leeftijd van vrouwen die dit krijgen is meestal boven de 60 jaar. "Bij jonge vrouwen is het zeldzamer en heeft eierstokkanker vaker een andere vorm", vertelt Dorry Boll.  " Een van de risicofactoren voor eierstokkanker is bijvoorbeeld het kinderloos zijn".

Informatie seksuele gevolgen
Dorry werkt al 20 jaar als gynaecoloog en heeft dus al talloze gesprekken gehad over eierstokkanker met vrouwen en, zo mogelijk, met hun partners. "Bij eierstokkanker gaan vrouwen voor de overleving", zegt ze. "Eierstokkanker heeft een enorme impact op iemands leven. Het 'ik wil leven' is initieel het meest belangrijke thema voor vrouwen. Het zijn daarom de existentiële vragen die eerst naar boven komen; overleving heeft op dan de hoogste prioriteit. Informatie over de seksuele gevolgen, hoe belangrijk ook, noemen we wel bij diagnose, maar komen vaak op een later moment meer aan de orde. Meestal is dat na het fysieke herstel van de patiënt. Oog houden voor kwaliteit van leven en seksualiteit blijft niettemin evengoed van belang".

Kinderwens
Zij vertelt dat een onderwerp als kinderwens of de fysieke mogelijkheid daartoe, wel eerder aan bod komt. "Er zijn situaties waarbij in een vroeg stadium van eierstokkanker het behoud van de mogelijkheid om kinderen te krijgen aan de orde komt. Daar besteden we dan veel aandacht aan. Waarom? Anders dan bij andere vormen van gynaecologische kanker kan je bij eierstokkanker geen eicellen invriezen. Dus de vruchtbaarheid behouden, kan alleen als er sprake is van een vroeg stadium en er maar één eierstok hoeft te worden verwijderd en de andere eierstok en de baarmoeder hun functie kunnen behouden. Omdat we bij eierstokkanker relatief veel vrouwen zien in de leeftijd van 60 jaar en ouder, speelt de kinderwens geen rol meer. Iets anders is dat dus bij patiënten die nog niet in de overgang zijn. Door het weghalen van de eierstokken geraken zij heel plotseling in de overgang, van de een op de andere dag. Dit is vaak heftig voor vrouwen en heeft veel impact op hun leven en ook op hun seksualiteit”.

Ziet Dorry Boll in die 20 jaar ook een verschuiving in de vragen van patiënten? "Hmm, ik denk dat de vrouwen steeds beter zijn geïnformeerd als ze bij mij langskomen. Ze durven in ieder geval zich beter uit te spreken. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat ik in die decennia meer heb geleerd hierover door te vragen". 

Maakt het de vrouwelijke patiënten iets uit of ze met een mannelijke of vrouwelijke arts spreken? "Als vrouw ben ik in ieder geval me bewust dat ik patiënten zo kort mogelijk in de onderzoeksstoel houd. Ik heb hele aardige mannelijke collega’s en denk dat het voor de meerderheid van de patiënten niet zoveel uitmaakt of ze een man of een vrouw als arts hebben, maar uit enquêtes lees ik soms wel terug dat vrouwen bij mannelijke gynaecologen een wat hogere drempel ervaren. Ik hoor ook wel eens dat een patiënt blij was dat ik een vrouw ben. Vrouwen met nare ervaringen op seksueel gebied geven meestal aan graag een vrouw als arts te willen. En in sommige culturen wil men voor het intieme onderzoek bij voorkeur een vrouw".

Kanker en seksualiteit
Dorry Boll is niet alleen gynaecoloog-oncoloog, maar ook een medisch-seksuoloog, waarbij ze dus na de medische behandeling als geen ander in staat is haar patiënten te begeleiden naar een goede seksuele relatie met hun partner. In het hersteltraject komt dus ook het belangrijke onderwerp kanker en seksualiteit aan de orde. "Partners komen bijna altijd met hun relatie mee", vertelt ze. "Zij zijn vaak beiden heel blij dat ze het eindelijk met mij over seksualiteit kunnen hebben en heb ik soms hele lange gesprekken met zowel vrouwen als hun partner". Volgens haar gaat het meestal heel liefdevol aan toe. "Iedereen wil graag weten waar ze aan toe zijn. De vrouwen zelf, maar ook hun partners. Vrouwen kunnen door testosteronverlaging en uitputting minder zin in seks hebben. Ik heb zowel vrouwen met een vrouwelijke als een mannelijke partners. Maar de meerderheid heeft een mannelijke partner, vandaar dat ik daar nu iets meer op in ga. Opmerkelijk is dat vrouwen het gebrek aan zin in seks vaak erger vinden dan mannen. Mannen zijn gewoon blij dat hun vrouw nog steeds leeft en hebben veelal geen hoge seksuele eisen na zo'n ingrijpende behandeling van hun vrouw. De seksualiteit keert vaak na verloop van tijd terug. Wel moeten koppels weer ruimte hiervoor maken en is de seksualiteit anders geworden. Het is voor vrouwen tijdens hun ziekte belangrijk om weer als volwaardige partner gezien te worden en intimiteit speelt daarbij een belangrijke rol. Ook al is het gevoel van fitheid en vitaliteit door de pittige behandeling minder en kan het lastiger zijn opwinding te voelen, het blijft heel fijn elkaars liefde lichamelijk te voelen. Het bevestigen van verbondenheid geeft positieve energie. En bezig zijn met hun gezonde seksuele deel is heel waardevol voor patiënten".

Dorry Boll krijgt patiënten uit alle lagen van de samenleving als ook uit de stad en van het platteland. Zij haalt een anekdote, deels al lachend, naar boven. “Er kwam eens een stel bij me langs, een oudere man en vrouw met een kleine boerderij. Zij hadden nooit met elkaar gepraat over de seks. De man kwam binnen met rode koontjes, maar al gauw vlotte het gesprek. Na enige uitleg over stimuleren van de clitoris, zei de man: 'Maar dokter, mijn vrouw houdt niet van al dat gefriemel. U heeft er wel veel verstand van, maar dat gaat ze niet goed vinden'."

Ook vrouwen met een andere culturele achtergrond praten volgens Boll in vertrouwde omgeving openlijk over hun seksualiteit. "In Eindhoven hebben wij veel diversiteit in de populatie, maar minder bij eierstokkanker. Deze vorm van tumor komt meer voor bij vrouwen met een lichte huidskleur, zo blijkt ook uit Amerikaanse data. De vrouwen uit andere culturen die ik behandelde, waren open over hun gevoelens rond seksuele beleving".

Hoe goed geïnformeerd meeste vrouwen ook zijn, er komen altijd nog vragen, zelfs van hoogopgeleide vrouwen, die dr. Dorry Boll soms verrassen. "Zo krijg ik soms de vraag of eierstokkanker besmettelijk kan zijn voor de partner. Dit lijkt misschien vreemd, maar (los van het feit dat er geen domme vragen bestaan), er is wel degelijk een link tussen een virus, zoals het HPV, en gynaecologische kanker. Maar dat is bij baarmoederhalskanker en dus niet bij eierstokkanker. Ook heb ik eens een vraag gehad of corona een rol kon spelen in krijgen van eierstokkanker, maar dat is ook niet het geval".