Deel via

Hanny Pijnenborg, gynaecologisch oncoloog Radboudumc Nijmegen en voorzitter MAR, verzorgde de plenaire sessie over 'Ontwikkelingen gynaecologische oncologie'

Presentatie

Verslag workshop 'Ontwikkelingen gynaecologische oncologie'

Eén op de twee mensen in Nederland zal in de toekomst kanker krijgen. Dit komt door allerlei oorzaken. Bijvoorbeeld door roken, ongezonde leefstijl of door slechte chemische stoffen bijvoorbeeld PFAS.

In de toekomst zal meer ingezet worden op preventie, dus het voorkomen van kanker. Nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek. Diagnostiek zijn de onderzoeken die gedaan worden om de ziekte vast te stellen. Daarnaast zullen waarschijnlijk de behandelingen op maat zijn. Met andere woorden het geven van een persoonsgerichte behandeling.

Wat zijn de risicofactoren bij gynaecologische kanker en wat kun je aan preventie doen om deze te verminderen?
Voor baarmoederhalskanker is het bekend dat roken of het hebben van het HPV virus een verhoogde kans op kanker geeft. Waarschijnlijk speelt bij schaamlipkanker ook het HPV virus een rol.
Bij eierstokkanker zijn de risico factoren nog niet goed bekend, maar een erfelijke factor kan een rol spelen. Bij baarmoederkanker is het hebben van overgewicht een risico.

Wat kun je doen tegen deze risicofactoren?
Vaccinatie tegen het HPV virus. De vaccinatie cijfers zijn nog niet hoog genoeg. Hanny doet een beroep op de zaal de samenleving te informeren over het belang van de HPV vaccinatie.
Stoppen met roken. Aangezien het een verslaving is, is begeleiding bij het stoppen met roken belangrijk. Begin niet met vapen, want het is bekend dat mensen daardoor eerder gaan roken.
Om overgewicht tegen te gaan is een gezonde leefstijl belangrijk.

Welke nieuwe vormen van diagnostiek zijn in ontwikkeling?
In het bloed, sputum (slijm uit de luchtwegen), urine en traanvocht zit informatie dat gebruikt kan worden om tot een diagnose te komen. Onderzoek wordt gedaan naar het darm microbioom. In de samenstelling van de darmen zitten heel veel bacteriën, die samen met virussen, gisten en schimmels het darm microbioom vormen. Het geeft aan hoe gezond iemand is.
Het ontwikkelen bij nieuwe vormen van diagnoses is vooral gericht om minder uitgebreid bezig te zijn. Niet meer alle lymfeklieren bij een operatie weghalen, maar eerst kijken naar de poortwachterklier. Dat is de eerste lymfeklier waarin kankercellen vanaf de tumor in terecht kunnen komen. Zitten er geen kankercellen in de poortwachterklier te kijken, dan hoeven de verdere lymfeklieren niet weggehaald worden. Dat scheelt in de bijwerkingen. Bij schaamlipkanker wordt dat al gedaan. Bij baarmoederkanker en baarmoederhalskanker wordt gekeken of dat mogelijk is.

De toekomst van persoonsgerichte behandelingen.
Daar worden studies nu naar gedaan. Bijvoorbeeld bij baarmoederhalskanker. Bij jonge vrouwen met een kinderwens en bij een tumor die net te groot is, moet de hele baarmoeder weggehaald worden. Maar wordt eerst chemotherapie gegeven, dan wordt de tumor hopelijk kleiner en kan alleen de baarmoederhals verwijderd. Daardoor is misschien nog een zwangerschap mogelijk.

Bij schaamlipkanker wordt gekeken of bij terugkeer van de ziekte weer de poortwachterklier verwijderd zou kunnen worden. Of dat radiotherapie in combinatie met chemotherapie soms een betere behandeling zou kunnen zijn. Het doel is om meer gerichte behandelingen te geven met minder bijwerkingen. Bij een persoonsgerichte behandeling hoort ook nazorg. Fietsen is voor vrouwen met schaamlipkanker vaak moeilijk. Het zadel zit niet goed meer. In het Erasmus MC (Rotterdam) hebben ze een fietslab opgericht, zodat vrouwen daar een passend zadel kunnen uitproberen.

De belangrijkste ontwikkeling bij eierstokkanker is: Hipec, het geven van verwarmde chemotherapie in de buikholte tijdens de operatie, de belangrijkste ontwikkeling. Onderzocht wordt of al tijdens de eerste operatie dit gegeven kan worden.

Verder komt er steeds meer kennis over de tumor zelf. Welke fout zit in het DNA van de tumor. Als dit bekend is, kan gerichte therapie gegeven worden.

Wat kun je zelf doen voor het wachten op een behandeling?
Vaak moeten patiënten wachten voordat ze met een behandeling kunnen starten. Deze wachttijd kan goed gebruikt worden om fitter te worden. De verwachting is dat als je fitter de behandelingen ingaat er ook fitter uitkomt.

Samen beslissen
De behandelingen staan beschreven in richtlijnen. Maar is het volgen van de richtlijn altijd het beste voor de patiënt? Belangrijk is dat patiënt en dokter samen het gesprek aangaan. Wat levert de behandeling op en wat kost het fysiek en mentaal. Samen beslissen om zo tot een goede behandeling te komen.

Geschreven door: Wilma van der Ham

Hanny Pijnenborg

Hanny Pijnenborg

Sinds 2017 ben ik werkzaam als gynaecologisch oncoloog in het Radboudumc. Mijn opleiding tot gynaecoloog heb ik afgerond in 2004 (Maastricht UMC / Maxima Medisch Centrum, Veldhoven). Tijdens mijn opleiding tot gynaecoloog heb ik promotie onderzoek gedaan op de afdeling pathologie en in 2005 mijn proefschrift verdedigd getiteld: “The Predictive value of molecular markers for recurrent endometrial carcinoma”. Ruim 12 jaar ben ik werkzaam geweest in het TweeSteden ziekenhuis te Tilburg, aanvankelijk als algemeen gynaecoloog en later als gynaecologisch oncoloog. Tijdens mijn subspecialisatie gynaecologische oncologie (Radboudumc, Vancouver (BC) Canada), heb ik binnen het Radboudumc een endometriumcarcinoom onderzoeksgroep opgericht in 2010. Mijn onderzoek richt zich op verbeteren van de persoonsgerichte behandeling bij endometriumcarcinoom (baarmoederkanker). Daarbij proberen we beschikbare informatie vanuit de tumor en de patiënt zo goed mogelijk te gebruiken.

Sinds 2012 actief betrokken bij groot Europees onderzoeksconsortium (ENITEC) waarin we diverse studies en internationale samenwerkingsprojecten hebben en waarvan ik 3 jaar voorzitter ben geweest (2019-2022). In 2020 hebben we samen met dit ENITEC netwerk een ENDORISK-model gebouwd waarmee we voorafgaand aan de operatie persoonsgerichte risicoschatting kunnen maken voor de kans op uitzaaiingen in de lymfklieren. In kader van KWF project zijn we nu bezig om het ENDORISK-model te gaan gebruiken in de kliniek.

Daarnaast hebben we de PROMOTE studie gestart om hormonale therapie bij baarmoeder kanker beter in te kunnen zetten op basis van tumor kenmerken. Endometriumcarcinoom is de meest voorkomende gynaecologische kanker met stijgend aantal nieuwe patiënten per jaar. Overgewicht speelt belangrijke rol bij het ontstaan en proberen beter te begrijpen hoe vetverdeling hierbij een rol speelt. Uiteraard speelt leefstijl belangrijke rol bij het voorkomen hiervan. Dit is een van de grote speerpunten binnen het Radboudumc. Mijn persoonlijke missie is om vrouwen met endometriumcarcinoom zorg op maat te geven, dicht bij huis waar het kan en in het Radboudumc indien nodig. Daarvoor is betrokkenheid van regionale partners, maar vooral ook patiënten (OLIJF) cruciaal.