Als je achttien bent, denk je niet aan kanker. Dat krijgen anderen, maar jij niet. Sophia (26) weet wel beter; acht jaar geleden werd een kiemceltumor in de eierstok ontdekt. Kwaadaardig en uitgezaaid naar de blaas, buikwand en andere plekken. Toen de maatschappelijk werkster in het ziekenhuis haar vroeg of ze bang was dood te gaan, realiseerde ze zich pas hoe ziek ze was.
Dit verhaal gaat over: kiemceltumor
In 2009 kreeg Sophia kreeg enorme pijn in haar onderbuik. Op de eerste hulp werd ze onderzocht en de arts constateerde een grote cyste op haar eierstok die de bloedtoevoer belemmerde. Met spoed werd ze geopereerd. “Na de operatie leek het probleem opgelost. Ik mocht naar huis en herstelde.” Na zes maanden ging het mis. “Ik herkende de pijn in mijn buik en ging naar de dokter. Weer zat er een cyste op mijn eierstok die operatief moest worden verwijderd.” Tijdens de operatie ontdekte de chirurg in haar lichaam ‘spikkels’, vermoedelijk uitzaaiingen. Een biopsie bevestigde het vermoeden. “Iedereen om me heen was in shock en ik schoot in een overlevingsstand. De arts vond het lastig om het mij te vertellen, ik had een zeldzame variant en was bovendien nog zo jong.”
Longembolie
Sophia wordt doorverwezen naar het LUMC in Leiden waar ze onder behandeling van een professor komt. Na een grote operatie wordt de chemo gestart. “Het was zwaar, ik kreeg een week lang twee tot drie verschillende chemo's op een dag en moest ondertussen in het ziekenhuis blijven. Ik kreeg 24/7 vocht toegediend om alles door te spoelen. Daarna mocht ik naar huis voor drie weken. Als ik me eindelijk weer een beetje goed voelde, kon ik mijn tas pakken om de volgende kuur te ondergaan.” Na de tweede chemo krijgt Sophia pijn in haar rug en heeft moeite met ademhalen. “Ik had een longembolie, waarschijnlijk een gevolg van de chemo.” Bovendien heeft de chemokuur haar zenuwen aangetast waardoor ze altijd pijn heeft."
Vermoeid
Wennen moet Sophia aan haar andere leven. Ze kan nog wel met haar vriendinnen op stap, maar niet zo lang omdat ze snel moe is. “Zo bizar: mijn tweelingzus heeft nergens last van. Hoewel we even oud zijn, heeft zij zo’n ander leven dan ik. Zij is nu haar studie aan het afronden, ik heb helemaal niks. Ik heb geprobeerd mijn studie weer op te pakken, maar het ging gewoon niet. Ik kan me moeilijk concentreren, heb veel pijn en ben snel vermoeid.”
Het goede nieuws is dat de kanker weg is. “Na vijf maanden was alles weg. De kankercellen die nu nog in mijn lichaam zitten, kunnen zich niet vermenigvuldigen. Elk half jaar word ik gecontroleerd. Ik heb wel regelmatig cystes en die worden verwijderd en soms verdwijnen ze vanzelf. Door bloed te prikken wordt de kanker gemonitord.”
Vriendin verloren
Sophia weet dat ze geluk heeft gehad, dat het anders had kunnen aflopen zoals bij Emma. “De tweede keer dat ik chemotherapie kreeg kwam ik bij haar op de kamer. Bijzonder, want ze was net zo oud als ik en we hadden hetzelfde ‘ritme’; in dezelfde week kregen we chemo en mochten tegelijk drie weken naar huis. We werden goede vriendinnen, het was fijn iemand van mijn eigen leeftijd in de buurt te hebben die wist wat het betekende om jong kanker te hebben.” Ze hielden contact, ook toen ze elkaar niet meer zagen in het ziekenhuis. Toen Sophia in 2011 in Barcelona was heeft ze Emma voor het laatst gesproken. Eenmaal terug in Nederland krijgt ze tot haar grote schrik te horen dat Emma is overleden.
Toekomstplannen
Voor de toekomst maakt Sophia weer voorzichtig plannen. “Om rustig te worden, kreeg ik kalmeringstabletten waaraan ik lichamelijk verslaafd raakte. Ik probeer daar vanaf te komen en mijn paniekstoornis onder controle te houden. Ik ben van plan mijn studie rechten weer op te pakken, mooie reizen te maken en als mijn lichaam het toelaat, moeder te worden.”
Sophia vertelde haar verhaal in februari 2018. Er kunnen veranderingen in haar gezondheid zijn opgetreden.