De zenuwen gieren door je lijf als je aan zijn bureau zit. De arts schraapt zijn keel en zegt dat hij geen goed nieuws heeft. Helaas. De grond zakt onder je voeten weg, je knikt op alles wat hij zegt, maar niets komt binnen. Je barst van de vragen maar er komt geen geluid uit je keel. “En als je in de war de arts gedag hebt gezegd, kom je thuis en zit je nog vol vragen en dan kun je bij mij terecht. Bij mij kunnen vrouwen ontladen. Ik ben het bankje waarop ze even neer kunnen ploffen,” vertelt Ankie Krol (52). Sinds acht jaar werkt zij als verpleegkundig specialist in Meander MC en houdt zich bezig met gynaecologische kanker.
Ze was zeventien jaar en zeven maanden: de leeftijd waarop ze mocht werken in de gezondheidszorg. De in-serviceopleiding, werken en leren tegelijk, deed ze in het Slotervaart. “Door familieomstandigheden koos ik ervoor om een baan dichter in de buurt te vinden. Ik kwam terecht in Molendael in Baarn, dat nu Meander heet en verschillende locaties heeft. Ik werk er ruim vijfentwintig jaar en heb verschillende functies bekleed.” Het werd haar gedurende haar werkjaren duidelijk: contact met patiënten, zorgen dat zij zich veilig en goed voelden, was voor haar het allerbelangrijkste. Leidinggeven deed ze ook maar of dat was dat ze tot in lengte van dagen wilde doen, wist ze niet. Toen werkte ze één vaste dag op de afdeling gynaecologie/oncologie. Ze voelde zich als een vis in het water en ze werd gepolst. Of ze de opleiding verpleegkundig specialist (MANP) wilde doen. Ze was vierenveertig, dook de studieboeken weer in en had een enorme drive. Was ze vroeger tevreden met een zesje, nu wilde ze zo hoog mogelijk scoren. Cum laude studeerde ze af. “De opleiding was loodzwaar, maar ik ben blij dat ik op die trein ben gesprongen. Ondanks de bezuinigingsronde kreeg ik een vast contract en werk ik fulltime voor de gynaecologische- en gynaecologische oncologische patiënten. Met veel plezier en passie. Nog steeds.”
Uitdaging
De kracht van vrouwen, die niet zelden talloze bordjes in de lucht weten te houden, trekt haar aan. “Elke keer weer vind ik het een uitdaging om met beperking van tijd tot de essentie door te dringen. Want: hoe kijkt een vrouw tegen de ziekte aan, wat doet het met haar, welke problemen kom je tegen? Niet zelden rust er een taboe op bepaalde onderwerpen en is het voor mij de uitdaging om ervoor te zorgen dat vrouwen zich comfortabel voelen. Dat ze het idee hebben er niet alleen voor te staan.” Zo vertelt ze vrouwen steevast over Stichting Olijf. Vroeger informeerde ze voorzichtig of ze iets over de patiëntenvereniging mocht vertellen, inmiddels geeft ze ongevraagd de informatie. “Ik zeg er bij: ‘kijk maar of je er iets aan hebt. Is het niet nu dan in de toekomst misschien’.”
Seksualiteit
Na het slechtnieuwsgesprek ziet Ankie de patiënte. “Ik draag gewone kleding, dus geen uniform, en heb een kamer tot mijn beschikking zonder apparatuur of onderzoeksstoel. Bij mij kunnen ze even op adem komen, vragen stellen en hun hart luchten. Als het nodig is fungeer ik als wegwijzer. Hoe vertel je het je kinderen? Kan je blijven werken? Hoe houd je contact met je vrienden en familie? Als ze vragen hoe het met je gaat ben je geneigd ‘goed’ te antwoorden, terwijl het helemaal niet goed gaat. Maar je wilt geen pieper zijn. Hoe ga je om met seksualiteit? Op al die vragen probeer ik zo goed mogelijk antwoord te geven.”
Natuurlijk neemt ze soms haar werk mee naar huis. “Je moet wel een heel koele kikker zijn wil je alles van je af laten glijden. Met sommige vrouwen heb ik net iets meer een klik. En als een vrouw overlijdt, dan doet me dat zeker wat. Dat ik op de fiets naar het ziekenhuis ga, helpt. Een half uurtje geniet ik van de natuur, reigers, koeien en schapen en kan ik mijn hoofd even leegmaken.”
Ze heeft, zo benadrukt ze, de mooiste baan van de wereld. Vindt het fijn om iets te kunnen betekenen voor vrouwen met gynaecologische kanker. Ze refereert aan een briefje dat ze op de koelkast heeft hangen. Daarop staat: ‘Kijk niet terug in het verleden, leef in het heden en kijk vol hoop naar de toekomst’. “Prachtig he? Dat zei een patiënte van 93 tegen me. Ze stond nog zo positief en goed in het leven. Om stil van te worden als je ondanks je ziekte zo in het leven kan staan.”
Ankie heeft haar verhaal verteld in oktober 2018.