De vraag 'Hoe gaat het met je? 'houdt me al een tijdje bezig. In deze 6e en laatste blog in de HGHMJ- reeks richt ik me eigenlijk vooral op op al onze vraagstellers.
Nu zijn jullie aan de beurt!
Goed communiceren over ‘Hoe gaat het met me’ kunnen we als (ex-) (kanker)patiënten, chronisch zieken of mensen met andere ingrijpende verlieservaringen natuurlijk niet alleen. Daar hebben we jullie als onze potentiële vraagstellers ook hard bij nodig. Ongeacht of je nu naaste, kennis of één van onze hulpverleners bent. In deze blog daarom ter inspiratie een aantal tips voor jullie. Maar eerst een praktijkvoorbeeld.
Hoe gaat het nu écht met je?
Een tijdje geleden liep ik met mijn oudste dochter, nu 27 jaar, over het strand. Al wandelend vroeg ze me ‘Mam, hoe gaat het eigenlijk met je?’ en ze keek me aandachtig aan met een houding van ‘Je mag me écht alles vertellen’. Gewoontegetrouw somde ik op wat ik de afgelopen weken allemaal had ondernomen en hoe blij en/of hoe moe ik daarvan was geworden. Daarna stelde ze me de vraag nogmaals en nogmaals. Op een gegeven moment onderbrak ze me en keek ze me indringend aan: ‘Mam, ik wil niet weten wat je de afgelopen weken allemaal hebt gedáan, maar hoe het écht met je is.’ Wauw, wat ben ik trots op mijn dochter! Dat ze me doorheeft. Wat een goede spiegel! Want alle rookwolken die ik soms opwerp om anderen maar niet mijn kwetsbaarheid of frustraties te tonen, creëren ook afstand. Dus heel fijn dat mijn lieve dochter op het strand daar geen genoegen mee nam. Die vorm van échte aandacht wens ik iedereen toe!
Hou van ons!
De kern van mijn betoog is eigenlijk best simpel: Hou van ons! Eenvoudiger dan dit kan ik het niet zeggen. Ofwel in Bijbelse termen: ‘Heb uw naaste lief als uzelf’ (Nieuwe Testament, Marcus 12 vers 30). Hou van ons niet alleen in goede tijden, maar ook wanneer het minder goed met ons gaat. Wanneer we overspoeld worden door verlies en verdriet. En daarna. Wees ons nabij en blijf ons vooral die mooie ‘Hoe gaat het met je?’-vragen stellen. Ook wanneer onze ziekte, verlies en verdriet jou als naaste/kennis zwaar valt en je misschien opziet tegen alle narigheid die je dan van ons te horen krijgt. Help ons met jouw aandacht en nabijheid om het vol te houden. Maar hoe doe je dat dan?
Twee keer 10 tips
Omdat ik stiekem vind dat jullie als vraagstellers nét iets harder moeten werken dan wij als zieke/verdrietige vraagontvangers, voor jullie ook iets meer tips dan voor ons (zie mijn vorige blogpost). Allereerst 10 tips van Manu Keirse, dé rouw- & verliesdeskundige in Nederland en België. En daarna 10 tips op basis van mijn persoonlijke ervaringen en die van anderen. Dank aan iedereen die haar/zijn tips met mij heeft gedeeld!
10 tips van de deskundige: Manu Keirse
Manu Keirse, emeritus hoogleraar, doctor in de geneeskunde, klinisch psycholoog en dé specialist in NL en België op het gebied van rouw en verlies, heeft een waardevol boek geschreven met als titel ‘Helpen bij verlies en verdriet’. Kort samengevat zijn dit zijn belangrijkste tips (aan naasten):
- Stel open vragen, maar kader a.j.b. in. Dus in plaats van de mooie open vraag ‘Hoe gaat het met je? liever: ‘Hoe voel je je vandaag?’ of ‘Hoe ging het de afgelopen week met je verdriet/ pijn’?
- Neem de tijd om te luisteren. Hanteer daarbij de 80-20 regel, d.w.z. luister 80% en praat maximaal 20% van de tijd.
- Geef ruimte aan woorden en emoties. Huilen is gezond en het lucht op.
- Forceer mensen niet om zich er snel overheen te zetten. Geef ruimte aan het verhaal en herinneringen. Ook wanneer die gaan over ingrijpende gebeurtenissen van langer geleden.
- Suggereer niet dat tijd alle wonden heelt want rouw kent geen einddatum.
- Vertel rouwenden niet wat ze moeten doen, daarmee versterk je onbedoeld het gevoel van incompetentie. Of je advies schiet het doel voorbij.
- Je hoeft niet het verdriet weg te nemen of iets op te lossen, want niet alles is oplosbaar.
- Zeg niet ‘bel me als je een keer wil praten of als ik iets voor je kan doen’ maar neem zelf het initiatief om te bellen en biedt concrete hulp (bijvoorbeeld: ‘Zal ik de komende week op visite komen? Wat is een handig moment? Zal ik de volgende keer met je meegaan naar het ziekenhuis/ de boodschappen voor je doen?’ etc.)
- Een klein berichtje of kaartje met enkele woorden is soms al genoeg om iemand te bemoedigen. Bijvoorbeeld met als tekst: ‘Ik denk aan je’ of ‘Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik moet zeggen. Ik wens je veel sterkte’ .
- Blijf trouw en nabij. Ook als het ergste achter de rug is. Want mensen met ingrijpende verlieservaringen leven nog elke dag met de gevolgen. ’Troosten is trouw blijven ook als het moeilijk is’.
10 Tips van ons
En dan nu de verzamelde tips van ons als zieke en/of verdrietige vraag- ontvangers aan alle naasten, vrienden, familie en kennissen. Welke spreekt jou het meeste aan?
- Blijf ons liefdevol nabij
Niet alleen in goede maar ook in minder goede tijden. Ook wanneer ons verlies en verdriet langer duurt. En ook wanneer het jezelf als naaste/kennis/professional zwaar valt. Hou van ons en hou vol! - Veins niet
Veins geen belangstelling als je dat, om wat voor reden dan ook (geen tijd, geen interesse, angst voor te veel shit, zorg over je eigen draagkracht etc.) niet kan of wil opbrengen. Als je eigenlijk niet wil weten hoe het met ons gaat, stel ons dan geen vragen. En wanneer je de (pro-forma) HGHMJ-vraag wel stelt, kijk dan niet weg wanneer wij antwoorden. Dat is pijnlijk. Kies dan liever het andere gangpad, zodat je ons niet hoeft tegen te komen. - Onderzoek en tast af
Wij hebben niet altijd behoefte om te praten over onze ellende, dus tast als naaste/bekende/professional voorzichtig af: Wil de ander over haar/zijn verlies/verdriet praten? Wat wil zij/hij nu met mij delen? Hoe dichtbij mag ik vandaag komen? Stem je aanpak daarop af. Soms is jouw nabijheid zonder praten voor ons al goed genoeg. - Overwin je onzekerheid
Durf ons vragen te stellen, ook al weet je niet precies wat je moet zeggen. Durf jezelf als vraagsteller open te stellen voor écht contact en het onbekende. Riskeer daarbij dat je geraakt wordt door onze emoties (verdriet, boosheid, frustratie, opluchting, blijdschap etc.). En riskeer dat je mogelijk door ons verhaal geconfronteerd wordt met je eigen sterfelijkheid. Dat is misschien zelfs onvermijdelijk én waardevol! Want samen geraakt worden versterkt onze band. - Luister aandachtig
Als je van harte de HGHMJ-vraag stelt en iemand vervolgens haar/zijn kwetsbaarheid toont: Luister dan - zoals de Regel van Benedictus voorschrijft - aandachtig en geef van harte respons. Dat is meer dan alleen goede communicatieve vaardigheden tonen zoals LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen). Het gaat over volledig aanwezig zijn bij alles wat er in het hier en nu is en erbij blijven. En over het uithouden met alles wat er bij de ander en jezelf leeft. Ook als dat pijnlijk en verdrietig is. De heilige Benedictus van Nursia noemt dit ‘stabilitas’.
Bij een introvert persoon moet je trouwens iets meer moeite doen en iets meer geduld hebben om er achter te komen hoe zij/hij zich voelt. Maar ook introverte personen willen graag aandacht en gesteund worden in hun verlies en verdriet. - Geef je grenzen aan ('Nu ff niet')
‘Nu ff niet’ geldt net zo goed voor jou als vraagsteller als voor ons. Als je (nu even) geen oprechte belangstelling kan opbrengen, omdat je zelf ook het een en ander aan je hoofd, in je agenda of op je bordje hebt, geef alsjeblieft aan dat je de komende periode even geen tijd/puf etc. hebt. En zeg dit bij voorkeur op een tactische manier. Die duidelijkheid is ook prettig voor ons. Want wij hebben begrip dat óók jij je grenzen hebt. Vertel ons dan liever de waarheid (‘ik doe je waarschijnlijk tekort, maar ik moet nu even voor mezelf zorgen’) in plaats van smoesjes (‘Ik kan niet blijven eten, ik heb nu een andere afspraak’ terwijl dat helemaal niet waar is).
- Koetjes en kalfjes zijn soms ook fijn
Gesprekken met ons hoeven niet altijd over ziekte, dood of andere nare dingen te gaan. Praten over gewone alledaagse dingen, belevenissen, familie, vrienden, sport, televisie of roddels kan ook heel plezierig, heilzaam en samenbindend zijn. - Vergeef ons
Vergeef ons wanneer we soms niet tactisch reageren op jouw vragen of wanneer we vergeten je, als gezonde medemens, te vragen ‘Hoe gaat het eigenlijk met jou?’. Vergeef ons, want door onze lichamelijke, mentale en emotionele gesteldheid zijn we niet altijd op ons best. - Heb geduld
In onze zieke, verdrietige lichamen wonen overwegend heel aardige mensen. We zijn niet onze lichaam en onze ziekte, maar hebben gewoon pech. En we hebben net als jij behoefte aan warm persoonlijke contact. Ten gevolge van onze misère duurt het soms even voordat onze aardige kant weer tevoorschijn komt. Dus heb geduld! - Vraag hulp!
Wanneer je samenleven met een ernstig zieke of verdrietige naaste te veel van je vergt, zoek dan zelf ook hulp. In praktische of emotionele zin. Bij vrienden en bekenden, zorginstanties of in de vorm van professionele psychologische begeleiding. Want ook jij moet ergens je verhaal kunnen doen, je gesteund voelen want jij hebt als naaste ook veel om te verwerken. Soms meer dan je in je eentje aan kan. Schroom dus niet om tijdig hulp te zoeken.
Kortom
Kortom, blijf ons nabij en blijf ons alsjeblieft (verbaal of non-verbaal) warme empathische vragen stellen. Ook wanneer ons verdriet, onze ziekte en herstel langer duren of wanneer er geen herstel meer mogelijk is. Blijf ons ook dán nabij en hou vol, want we hebben jullie warme aandacht en liefde hard nodig.
De laatste
Dit is de laatste blog over de vraag ‘Hoe gaat het met je?’. In deze 6-delige reeks heb ik met veel plezier mijn ervaringen en die van anderen met jullie gedeeld. Ik hoop dat deze blogreeks jullie volop nieuwe inzichten én inspiratie heeft opgeleverd.
Vanaf nu zal ik deze vraag nooit meer argeloos ontvangen of stellen. Misschien geldt dat, na lezing van mijn blogs, ook voor jou? Als (ex-) (kanker)patiënt, chronisch zieke, persoon die niet meer beter wordt of als iemand met andere serieuze verlieservaringen (verlies van een naaste, werk of anderszins). Of voor jou als naaste, kennis of professional? Ik wens jullie allen veel mooie, warme HGHMJ-gesprekken toe!
Levendige groet,
Christa