"Zo praat je met iemand die kanker heeft: ‘Stel open vragen en kom niet meteen met een pan soep". Deze kop stond vetgedrukt boven een artikel in het AD dat ik tegenkwam op de facebookpagina van 'wereldkankerdag'. Het schreeuwde me toe. O nee, zo moet dat toch niet, dacht ik. Voor veel mensen is het al lastig genoeg hoe om te gaan met iemand die kanker heeft.'
'Dat kan soms zo moeilijk zijn voor iemand, dat als ze bijvoorbeeld in de supermarkt lopen, en een bekende zien die kanker heeft, ze liever in de vrieskast duiken dan de confrontatie aan te gaan. Ze willen misschien wel, maar kunnen het eenvoudigweg niet. Of op dat moment niet. En als ze dan deze kop lezen, ligt de lat opeens nog hoger. Het is al ingewikkeld, omdat je niet weet wat je moet zeggen of kan vragen en dan moet je ook nog opletten dat je wel de goede dingen zegt en 'open vragen' stelt. Lieve help, dan duik je toch helemaal in die vrieskast. En dan mag je ook geen soep meer brengen.
Het prikkelde me. Wat is er eigenlijk mis met een pan soep? Dat is toch ook een uiting van meeleven? Van genegenheid. Niet iedereen is een prater en mensen gaan er op hun eigen wijze mee om. Ik had laatst een gesprek hierover met een lotgenoot. Ze had het zelf inderdaad meegemaakt, nadat ze te horen had gekregen dat ze kanker had, dat een goede vriend gelijk op de stoep stond met... een pan soep. Hij had geen woorden, maar wel een pan soep. Soep heeft iets troostvols. En soep wordt gemaakt met liefde, met aandacht, met zorg. En al die tijd is die ander met jou bezig. Weer een ander maakt appelmoes, of stuurt een kaartje, of geeft een kneepje in je arm. Allemaal lieve aandacht. En het is allemaal goed. We zijn niet de enige op de wereld die iets hebben. En mensen moeten toch zeker niet het idee krijgen eerst een cursus te moeten doen 'hoe om te gaan met kankerpatiënten' om met ons te kunnen praten.
Natuurlijk kennen we allemaal wel de voorbeelden van goedbedoelde maar vreselijk ontactische opmerkingen of vragen waar je niets aan hebt. Daar heb ik na al die jaren nog wel moeite mee. Al kan ik daar beter mee omgaan dan toen ik net ziek was. Ik ben niet zo heel gevoelig meer op dit punt. En we herkennen vast wel de grote roze olifant midden in de kamer. De roze olifant die jouw kanker symboliseert. Toen, op dat feestje. Midden in de kamer, groot en roze, Iedereen ziet 'm, maar niemand die erover begint. Hoe komt het toch dat het lijkt of het juist zo lastig is om met mensen met kanker te praten? Misschien omdat deze ziekte zo nadrukkelijk de dood in beeld brengt? Ik weet het niet.
Al deze gedachtenspinsels alleen nog maar naar aanleiding van de kop in de krant. Het hele artikel had ik toen nog niet gelezen. Dat kon ik helaas niet openen en omdat ik geen abonnement had. Jammer, want de kop dekt niet de lading van het verhaal, zo bleek later toen ik het wel gelezen had. Het was best een goed artikel met tips voor een gesprek. En die pan soep? Die komt pas in de allerlaatste alinea even ter sprake. Dat je niet iedere dag goedbedoeld een pan soep moet brengen bij je zieke buurman. Nee hehe, dat lijkt me ook overdreven. Maar zet die kop dan niet zo in de krant.
Zelf heb ik gemerkt dat als je er zelf open en makkelijk over praat, het gemakkelijker is voor anderen om er met je over te praten. En welke uiting men ook geeft (pan soep) of welke vragen gesteld worden, open of niet, het gaat er uiteindelijk om of er empathie is. Echt contact, daar gaat het om. Onderstaand nog een keer het filmpje wat ik eerder bij een blog plaatste. Over het verschil tussen sympathie en empathie. Verhelderend.'