Deel via

De tijd dat een arts vertelde wat er ging gebeuren zonder de patiënt te horen, ligt als het aan Cor de Kroon (45) ligt, ver achter ons. De gynaecoloog-oncoloog uit het LUMC bespreekt de behandeling graag met zijn patiënten en wil weten wie er achter de vrouw met kanker schuilt. Is geïnteresseerd in wat ze voelt wat haar beweegt. “We drinken samen de beker leeg, hoe bitter die ook kan zijn.”

Cor de Kroon 1500x500

Dat hij gynaecoloog en later oncoloog is geworden, is een toevallige samenloop van omstandigheden. Van plan was hij het niet, maar tijdens zijn coschappen op de afdeling gynaecologie werd hij enthousiast. “Ik dacht altijd dat ik graag kinder- of tropenarts wilde worden. Maar toen ik eenmaal meeliep op de afdeling gynaecologie voelde ik me onmiddellijk thuis. De goede sfeer van de gynaecologen onderling en de manier waarop ze patiënten benaderen spreekt me enorm aan.” Een overzichtelijk, mooi vak, vat De Kroon samen. “Bovendien vind ik opereren veel leuker dan ik dacht. Het is de combinatie die mijn beroep zo mooi maakt.”

Overlevingsmodus
Op zijn spreekuur verschijnen vrouwen met gynaecologische kanker. “Ze hebben klachten, verliezen bijvoorbeeld bloed na het vrijen en zijn naar mij doorverwezen. Vanaf het moment dat ze mij zien, staat hun leven op hun kop. Want dan is er iets aan de hand. Hebben ze misschien wel baarmoederhals- of eierstokkanker. Een hectische periode breekt aan. Wat ik dan probeer is de mens achter de ziekte te ontdekken. Wie is die vrouw die voor me zit? Heeft ze kinderen, of een kinderwens, hoe staat ze in het leven? Wat zijn haar doelen, haar verwachtingen? Zeker na de eerste afspraak schiet een groot aantal vrouwen in de overlevingsmodus. We kijken samen naar het behandelingstraject, wat voelt goed, wat niet?” Door het intense contact dat De Kroon met zijn patiënten heeft, bouwt hij een band op. “Als dan na een operatie en een chemokuur de kanker terug is, zie ik de echte tranen. Maar dan ken je elkaar al goed.” Natuurlijk raakt hem dat ook. Vraagt hij zich af of hij de operatie ‘wel goed heeft uitgevoerd’.

HIPEC-effect
Hoewel hij nog te veel slecht-nieuwsgesprekken moet voeren, staan de ontwikkelingen niet stil. “We zijn steeds beter in staat om op basis van de tumor te bepalen welke behandeling verstandig is. Daarnaast zijn de onderzoeken van het effect van HIPEC bij vrouwen met uitgezaaide eierstokkanker in de buikholte, succesvol. Dat geeft een boost.” Bovendien wordt onderzocht, in het geval van eierstokkanker, wat het effect is als eigen afweercellen worden opgekweekt en teruggeplaatst.

Olijf is meerwaarde
Stichting Olijf ervaart hij als een meerwaarde. Niet zelden vragen vrouwen aan hem wat hij zijn vrouw zou adviseren als ze in hun situatie zou zitten. “Een vraag die ik onmogelijk kan beantwoorden. Ik ben bij mijn vrouw emotioneel betrokken en reageer dan ongetwijfeld anders.” Tijdens gesprekken wijst hij vrouwen op het bestaan van Olijf omdat lotgenotencontact een toegevoegde waarde heeft. “Het kan helpen om te praten met vrouwen die hetzelfde hebben meegemaakt.” Ook hamert de arts op preventie. Want, zo stelt hij, we weten allemaal dat roken slecht voor een mens is, maar vlak overgewicht niet uit. “Er valt nog een grote slag te slaan, maar we zijn op de goede weg.”

Cor de Kroon (1972) werkt sinds acht jaar als gynaecologisch oncoloog in het LUMC. Speciale interesses zijn: chirurgische zenuwsparende behandeling en lokale uitbreiding van van cervixcarcinoom, de kwaliteit van leven na (chirurgische) behandeling van gynaecologische maligniteiten, de diagnostiek van gynaecologische maligniteiten en minimaal invasieve chirurgie (laparoscopie).

Hij vertelde dit verhaal in april 2018.



Deel via

Lees verder...

  1. 16 juni 2023 Arts-assistent Phyllis: ‘Het was nog volledig onbekend hoe de signaaltransductie-activiteit precies werkt bij eierstokkanker’
    Lees verder
  2. 15 november 2021 Oncologiefysiotherapeuten Maartje en Kiara: ‘Vrouwen hebben minder last van bijwerkingen waardoor ze sterker zijn’
    Lees verder
  3. 20 april 2021 Onderzoeker Arlene (33): ‘Patiëntvriendelijke behandelingen, met zo min mogelijk bijwerkingen’
    Lees verder