Van 18 tot en met 24 januari is het Europese Baarmoederhalskanker Preventieweek. Een week waarin Stichting Olijf, netwerk voor vrouwen met gynaecologische kanker, extra aandacht vraagt voor de preventie van baarmoederhalskanker.
Elk jaar worden zo’n 800.000 vrouwen uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, het zogenaamde uitstrijkje. Slechts zes op de tien vrouwen geeft hier gehoor aan en laat het uitstrijkje maken. En dat terwijl toch jaarlijks 800 vrouwen de diagnose baarmoederhalskanker krijgen. Een diagnose met veel impact en gevolgen voor deze vrouwen, zoals pijn, complicaties, verminking, ongewilde kinderloosheid en seksuele problemen.
Olijf roept daarom op dat vrouwen, ook in deze Coronatijd waarin de zorg onder druk staat, een afspraak maken met de huisarts wanneer ze een oproep krijgen voor het uitstrijkje. Of wanneer er tussentijdse klachten zijn, zoals bloedverlies na het vrijen, bloedverlies tussen de menstruaties door of afscheiding die er anders uitziet dan normaal.
Voorstadium is niet zonder gevolgen
Naast de 800 kankerdiagnoses zijn er jaarlijks ook zo’n 5.000 vrouwen die met een voorstadium van baarmoederhalskanker worden geconfronteerd. Vaak goed te behandelen en belangrijk dat het op tijd is ontdekt, zodat baarmoederhalskanker kan worden voorkomen. Maar ook deze voorstadia zijn niet altijd zonder gevolgen.
Zo voorkomt een ingreep aan de baarmoedermond misschien dat iemand baarmoederhalskanker krijgt, maar wordt het risico op (extreme) vroeggeboorte hiermee wel een stuk hoger. Uit cijfers blijkt dat vrouwen na zo’n ingreep aan de baarmoedermond 61% meer kans hebben op een vroeggeboorte dan vrouwen die geen ingreep hebben ondergaan. Of wat te denken als je - door een vergevorderd voorstadium- voor de keuze komt te staan om je baarmoeder preventief te laten verwijderen.
Marion (33) kwam voor die keuze te staan. Ze ging vanwege hartkloppingen naar de huisarts, die haar doorstuurde naar een cardioloog. Omdat ze ook vertelde over de hevige bloedingen die ze maandelijks had, kreeg ze daarnaast een verwijsbrief voor de gynaecoloog. Na een aantal onderzoeken werd ontdekt dat ze drager van HPV (humaan papillomavirus) was en ze een voorstadium van baarmoederhalskanker had.
Marion (toen 31, moeder van twee): “Het enige dat ik kon denken was: ‘ik wil geen kanker in mijn lijf’ en ‘ik wil negentig jaar worden’. Dus toen de gynaecologe de opties opsomde, zei ik: ‘haal mijn baarmoeder er maar uit, ik wil dit nooit meer krijgen.”
Door een volledige baarmoederverwijdering krijgt Marion geen baarmoederhalskanker meer, maar kan ze ook geen kinderen meer krijgen.
Olijf pleit voor HPV vaccinatie
Daarom pleit Olijf, naast het uitstrijkje, voor de HPV vaccinatie. Want meer dan 98% procent van de gevallen van baarmoederhalskanker en de voorstadia wordt veroorzaakt door HPV. HPV is een virus waar 8 op de 10 mensen ooit mee besmet raakt, meestal door seksueel contact. Het virus is erg besmettelijk en kan door elk seksueel contact (dus ook huid tegen huid) worden overgedragen. Een besmetting met HPV wordt meestal binnen twee jaar door je lichaam opgeruimd. Soms kan het langer duren, bijvoorbeeld door roken, en in die tijd al wel afwijkende cellen veroorzaken.
De HPV vaccinatie beschermt tegen twee soorten HPV, die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 70% van de gevallen van baarmoederhalskanker. Cijfers van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) tonen aan dat de vaccinatiegraad van meisjes tegen HPV slechts 53% is. Dat is weliswaar een stijging van 7,5% ten opzichte van 2018, maar nog zeker niet voldoende.