Aanhoudende klachten, die niet goed konden worden verklaard, leidden voor Anke uiteindelijk tot de diagnose ‘vergevorderde eierstokkanker’. Dat was in 2004. Inmiddels is het 13 jaar later. Ze heeft last van diverse late gevolgen, maar Anke is blij dat ze er nog steeds is.
In de zomer van 2004, ik was toen 47 jaar, kreeg ik problemen met mijn stoelgang. Normaal had ik een soepele stoelgang, soms te soepel, maar toen kreeg ik last van obstipatie. Ook klaagde ik tegen mijn man en tegen de fietsenmaker over mijn zadel van mijn fiets. Het zat niet lekker meer en ook de nieuwe zadels die ik fietsend uitprobeerde, zaten niet lekker. Doordat ik altijd al wat problemen met mijn darmen had viel het de huisarts ook niet direct op dat deze klachten nu anders waren.
Later kreeg ik ook last van brandend maagzuur en oprispingen. Ik viel wat af en mijn buik trok wat naar binnen. Maar ja, ik sportte ook veel op dat moment om me gezonder en fitter te voelen. De huisarts liet wat testen van mijn ontlasting doen op parasieten en bacteriën. Hier kwam niets bijzonders uit. Mijn menstruatiecyclus verliep normaal.
Vergevorderde eierstokkanker
Inmiddels, de maanden gingen voorbij, zat ik zo verstopt dat ik overloopdiarree kreeg. Eind november 2004 zat ik op een zondagmorgen bij de huisartsenpost. Ik had mezelf getoucheerd en een vernauwing geconstateerd. Dezelfde ochtend gaf de gynaecoloog bij de echobeelden aan er een ‘niet pluis’-gevoel bij te hebben. Er werden verdachte cystes of tumoren gezien op de echo.
Later in deze week bevestigde een CT wat we al vermoedden. Er was iets goed mis. Op 6 december 2004 ging ik onder het mes. Men vermoedde eierstokkanker of uitgezaaide darmkanker. Mijn eierstokken, baarmoeder en vetschort werden weggenomen. De operatie duurde 5 uur. De uitslag kwam al snel: vergevorderde eierstokkanker, stadium 3C.
Zwaar traject
Op 2 januari 2005 kreeg ik mijn eerste chemokuur. Begin maart ging ik weer onder het mes en werden de door de chemokuren verzwakte tumorresten uit mijn buik verwijderd. Ook werd een deel van mijn endeldarm verwijderd. De artsen gingen grondig te werk en werkten 9 uur achter elkaar door. Ik kreeg een tijdelijke dunnedarm-stoma. Zo kon ik snel weer verder met de volgende chemokuren. Begin juni 2005 had ik de laatste chemokuur.
Het was een heel zwaar traject, maar ik werd goed ondersteund door vrienden en familie en vooral door mijn man. Mijn twee kinderen waren in de puberteit en hun ontwikkelingen gingen gewoon door. Ze gingen voor het eerst uit, werden voor het eerst dronken en werden voor het eerst verliefd. Het was heftig, maar ik haalde veel kracht uit het feit, dat ik hen niet in de steek wilde laten.
In januari 2006 liet ik de stoma opheffen, zodat ik weer via de normale weg mijn ontlasting kon kwijtraken. Ik ging veel wandelen met mijn man en kon zonder zadelpijn op mijn nieuwe fiets fietsen. In de toekomst durfde ik nog niet te kijken. Omdat ik zelf in het ziekenhuis mensen met kanker behandel door bestralingen, wist ik dat ik weinig kans had op een lange toekomst. We leefden met onze kinderen in het moment. Ik bouwde mijn conditie weer op en ging voorzichtig proberen te werken.
Leven van controle naar controle
Ik heb ruim een jaar gedaan over het opbouwen van mijn uren tot mijn normale aantal van 22,5 uur per week. Concentratieproblemen, geheugenproblemen en pijnlijke duimgewrichten heb ik waarschijnlijk overgehouden aan de chemokuren en de narcoses. We gingen de keuken verbouwen en onze oudste zoon ging naar de examenklas. Ik leefde van controle naar controle en was bezorgd of de CA-125 nog wel laag zou zijn en niet in de stijgende lijn zou zitten. Er kwam steeds meer tijd tussen de controles te zitten en ik durfde steeds langer van tevoren iets te plannen.
Blij dat ik er nog ben
Nu is het januari 2018 en is het behandeltraject alweer 13 jaar geleden. Nog dagelijks heb ik moeite met mijn stoelgang en kan ik daar soms ontzettend moe van zijn. Soms moet ik mijn darmen helpen met een darmspoelsysteem. Ik ben nu 60 jaar en de kinderen inmiddels achter in de twintig. Het zijn fijne volwassenen geworden met elk een lieve partner. Soms vliegt de onzekerheid over mijn lichaam me weer aan. Is wat ik voel wel normaal? Komt de ziekte niet terug? Toch wil ik besluiten met het feit dat ik blij ben dat ik er nog ben en dat de gynaecoloog ook blij is, dat ze mij destijds zo "hard" heeft aangepakt.
Anke heeft haar verhaal zelf geschreven en verstuurd naar Olijf in januari 2018. Inmiddels kan haar gezondheidssituatie zijn veranderd.