Deel via

Corry (54) werkte eind jaren tachtig als verpleegkundige op een gynaecologische afdeling in een academisch ziekenhuis. Eierstokkanker zorgde ervoor dat ze jaren later op diezelfde afdeling kwam te liggen.

Corry2 1000x500 px

Bloedverlies
Ze was al een tijdje niet ongesteld geweest, toen ze in augustus 2018 tijdens een vakantie in de Vogezen met een vriendin, plotseling bloedverlies kreeg. Hoewel ze dacht dat het met de overgang te maken had, besloot ze om toch naar de huisarts te gaan. Deze stuurde haar door naar de gynaecoloog. Daar maakte men een echo waarop een poliep in de baarmoeder te zien was. Na het nemen van een biopt besloot de arts om de poliep te verwijderen in januari 2019.

Onrustige cellen
Er bleken onrustige cellen in de poliep te zitten, maar Corry kreeg de geruststelling dat het geen pre-kanker was. ‘We gooien het in de groep’, kreeg zij te horen. Het duurde lang eer ze weer wat vernam van de gynaecoloog. Na wat heen en weer bellen kreeg Corry het behandelplan te horen: haar baarmoeder, eileiders en eierstokken moesten er uit om zo baarmoederkanker te voorkomen.

Een kijkoperatie volgde in juni 2019. Haar eierstokken hoefden er toch niet uit, omdat ze er goed uitzagen en Corry anders in de overgang zou komen. Ze hadden wel een vleesboom op een eileider gezien en deze werd verwijderd.

Toch slecht nieuws
Na tien dagen belde de gynaecoloog met slecht nieuws. De vleesboom bleek een hooggradig sereus eierstokkanker. Corry: ‘In plaats van de kanker voor te zijn, zat ik er nu middenin, want op een scan van mijn buik bleek ik uitzaaiingen op mijn buikvlies te hebben. Ik ging van stadium een naar stadium drie en mijn eierstokken moesten er alsnog uit’.

Weinig oude bekenden
De eierstokken zouden ook weer via een laparoscopie (kijkoperatie) worden verwijderd, maar daar was Corry in eerste instantie niet blij mee. In de jaren dat ze zelf op de gynaecologische afdeling werkte was men ervan overtuigd dat je eierstokkanker alleen met een grote buikoperatie veilig kunt verwijderen. Na wikken en wegen besloot ze toch voor de kleinere ingreep te gaan.

Op de poli gynaecologie van het academisch ziekenhuis zag Corry wat oude foto’s hangen van medewerkers die ze nog gekend had, maar toen ze in augustus 2019 was opgenomen op haar ‘oude’ afdeling herkende ze bijna niemand.

De operatie verliep voorspoedig. Ze had geen stoma gekregen en dat was een hele opluchting. Haar partner Stephan en oud-collega Paula haalden haar op van de uitslaapkamer. ‘Dat was gezellig’, vertelt Corry lachend. Een gesprek met de gynaecoloog volgde en de volgende dag mocht ze het ziekenhuis verlaten.

Thuis knapte Corry al vlot op. Ze had te horen gekregen dat ze chemokuren zou krijgen. Het duurde even voor dat het allemaal in gang was gezet, wegens drukte op de afdeling oncologie. Ze werd ongeduldig. ‘Ik heb er nog een paar keer achteraan gebeld’.

Elke drie weken een chemokuur
Corry kreeg zes chemokuren met tussenpozen van drie weken. Het waren zware kuren, maar ze zette dapper door. Ze wilde graag voor het einde van 2019 klaar zijn met kuren, maar lage bloedwaardes gooiden bijna roet in het eten. ‘Ik ga je ondanks de bloeduitslagen toch je laatste kuur op 23 december geven’, zei haar oncoloog tot haar grote opluchting. Zo kon Corry het jaar toch nog goed afsluiten.

Bijwerkingen
Begin 2020 kreeg Corry het middel Olaparib voorgeschreven, omdat op de tumor een mutatie van het BRCA1-gen was gevonden. Dit is een medicijn dat kankercellen remt, vooral bij dragers van een mutatie in dit gen. Ze begon met een dosis van 600mg, maar werd daar heel ziek van. Eten en drinken ging moeizaam, ze had het koud en was erg moe. Toen de dosis gehalveerd werd verdwenen de klachten grotendeels.

Aan het werk
Corry was al zeven maanden ziek gemeld, toen ze begin 2020 koffie ging drinken op haar afdeling, de kinder-IC. Dat beviel goed en al snel ging ze, niet in uniform, klusjes doen op haar werk. In april 2020 was ze er klaar voor om weer ‘in het wit’ te lopen. ‘Waar begin je aan?’, reageerden collega’s geschrokken toen ze midden in coronatijd en met een kaal koppie aan het werk ging. Maar voor Corry voelde het goed.

Toch bleek al snel dat het draaien van nachtdiensten lichamelijk te zwaar was voor Corry. Haar teamleiders en collega’s hadden daar geen problemen mee, maar de manager hield voet bij stuk. Corry kon niet op de IC blijven werken als ze geen nachtdiensten draaide.

Tot haar schrik kreeg ze bij HRM te horen dat ze in een outplacementtraject terecht kwam. Gelukkig voor haar konden ze geen passende baan vinden en kreeg ze een gesprek over hoe nu verder. ‘Ik deed een loonoffer en leverde mijn functie als senior verpleegkundige in. Zodra ik 57 word en nachtdiensten draaien geen vereiste meer is, krijg ik mijn oude functie terug’, vertelt Corry opgewekt.

De starre houding van haar werkgever is haar tegengevallen. De dwang om snel weer volledig inzetbaar te zijn heeft veel met haar gedaan.

Hoe is het nu
Na twee jaar Olaparib te hebben geslikt werd eind januari 2022 een CT scan gemaakt. ‘Ik was ontzettend opgelucht om te horen dat alles er goed uitzag’, vertelt ze.

‘Ik ga opruiming houden in mijn hoofd en in mijn huis. Het gedoe rondom mijn werk heeft mij veel energie gekost, zodat ik nergens aan toe kwam. Maar de liefde die ik kreeg van Stephan en onze hond Sien, hebben ervoor gezorgd dat ik de zware behandelingen volhield’.

Corry hond Sien

Nazorg
Corry moet nog een laatste stap nemen. Gaat ze voor een intensief nazorgtraject of neemt ze contact op met de gynaecoloog als ze klachten heeft of ongerust is? ‘Ik weet dat ik er nog lang niet ben, maar ik wil alles achter me laten en kies voor de laatste optie’, zegt ze vastberaden. ‘Voor de zekerheid laat ik wel regelmatig de tumormarkers bepalen’.

Corry vertelde haar verhaal in februari 2022. Inmiddels kunnen er veranderingen in haar gezondheid zijn opgetreden.



Deel via

Lees verder...

  1. 22 maart 2024 Christine (55): 'Van de ene op de andere dag stond mijn leven op zijn kop'
    Lees verder
  2. 22 maart 2024 Chantal (51): 'Ik dacht dat ik in de overgang was’
    Lees verder
  3. 25 januari 2024 Riny (66): ‘Je dusdanig fixeren op de ziekte dat die een obsessie wordt, is niet goed’
    Lees verder