Echt veel aan de hand leek er niet toen Jolanda (54) eind 2017 naar de huisarts ging omdat ze meer vloeide dan anders. Ze werd doorverwezen naar een gynaecologe en een echo liet zien dat er een poliepje in haar baarmoeder zat. “Die moest er uit en de gynaecologe dacht net als ik dat het tamelijk onschuldig was.” De uitslag bracht Jolanda even van haar stuk: er waren onrustige cellen geconstateerd.
“De gynaecologe adviseerde om mijn baarmoeder eruit te halen. De onrustige cellen duidden dan nog wel niet op kanker, ik liep toch risico. Ik koos er zelf voor om ook mijn eierstokken te laten verwijderen.” Jolanda werd geopereerd en de gynaecologe meldde haar na de operatie dat ze niks geks had gezien. Alles leek in orde. Opgelucht haalde Jolanda adem. Haar leven stond toch al op z’n kop omdat in de zelfde periode bij haar partner Sandra acute leukemie was vastgesteld en zij twee maanden eerder een stamceltransplantatie had gehad waarvan ze nog moest herstellen. “We zaten in een achtbaan. San was heel ziek en liep ziekenhuis in en uit. Toen ik na een week weer werd gebeld met de mededeling dat het er toch niet zo goed uitzag, schrok ik.”
Jolanda kreeg te horen dat er niet alleen een tumor in haar eierstok zat, maar ook een in haar baarmoeder. En weer belandde haar leven in een stroomversnelling. Om er achter te komen of er geen uitzaaiingen waren, werd ze doorgestuurd naar het Antonie van Leeuwenhoek. Het inplannen van eerste vervolgonderzoeken duurde drie weken; het waren de ergste uit haar leven. “Het wachten en leven in onzekerheid was hel.” Er moest nog een operatie worden gepland om te onderzoeken of er elders nog uitzaaiingen zaten en ook dat duurde weer weken. Tijdens die operatie werden lymfeklieren, stukjes buikwand en vetschort verwijderd en werden uitzaaiingen niet gevonden. Een hele opluchting. Toch? “Ja,” knikt Jolanda, “het enige probleem was dat er niet kon worden achterhaald welke tumor er het eerste was: die in mijn eierstok of die in mijn baarmoeder. Te weten welke de primaire tumor was, is belangrijk omdat dit iets zegt over de levensverwachting en invloed heeft op het artsenadvies. Als het in mijn eierstok is begonnen, is chemo niet nodig, maar was de tumor het eerst in mijn baarmoeder, dan wel. De keuze was aan mij.”
Jolanda nam het zekere voor het onzekere en ging het chemotraject in. Zes behandelingen onderging ze en artsen waren onder de indruk van haar vitaliteit. “Ik heb altijd veel gesport en ben dat blijven doen. Ook ben ik blijven werken en lette op mijn voeding.” Het was een zware tijd, niet in de laatste plaats omdat partner Sandra nog steeds aan het herstellen was van de stamceltransplantatie.
“We hadden elkaars steun hard nodig maar konden dat niet altijd bieden omdat we allebei zelf aan het vechten waren. Gelukkig konden we goed praten met de mensen dicht om ons heen. Inmiddels ben ik weer 95 procent de Jo die ik was en de resterende 5 procent is een kriebeltje in mijn hoofd. Ik ben nooit meer helemaal dezelfde. Door de kanker ben ik met beide benen op de grond komen te staan en zijn mijn vriendschappen intenser geworden. Alsof je samen op een dieper niveau komt te staan. En hoe cliché het ook klinkt: ik geniet veel meer van kleine dingen. Leef veel bewuster maar ben wel minder onbevangen. En bij elk steekje in mijn buik: ‘oh nee, als het maar geen kanker is.’ Mijn levensverwachting kunnen artsen niet voorspellen, maar ik ben heel blij met hoe ik me nu voel, kan weer op mijn oude niveau sporten en werken en ik heb me voorgenomen om minstens 88 te worden.”
Jolanda vertelde haar verhaal in september 2020. Inmiddels kunnen er veranderingen in haar gezondheid zijn opgetreden.