Na een uitstrijkje en vervolgonderzoek, kreeg Carla (45) te horen dat ze baarmoederhalskanker had. Zij koos voor een operatie, maar moest onverwachts nog verder behandeld worden met chemokuren en bestralingen. Nu, drie jaar later, is Carla fitter dan ooit.
Eigenlijk had ik nergens last van, al bloedde ik soms na gemeenschap. Maar toen ik eind 2019 pijn onderin mijn buik kreeg, heb ik zelf een uitstrijkje gedaan. HPV werd gevonden en de huisarts verwees mij naar een gynaecoloog. De diagnose was baarmoederhalskanker; er zat een tumor van 3,8 centimeter, zonder uitzaaiingen. Daarom kon ik kiezen tussen chemoradiatie of een operatie. Ik had en heb geen kinderwens en koos meteen voor een operatieve verwijdering van mijn baarmoeder. Tegen de operatie zag ik niet op, wel tegen het moment erna. Ik heb een fobie voor overgeven en na eerdere operaties was ik erg misselijk.’
Niet lang na de operatie belde de chirurg op. ‘Ik dacht nog, wat aardig van haar. Maar ze viel met de deur in huis: er waren toch uitzaaiingen gevonden in een lymfeklier. Eigenlijk had ik eerst chemotherapie en bestralingen moeten krijgen en dan pas de operatie, omdat de baarmoeder dan onder andere de darmen beschermt tegen mogelijke schade door de bestraling. Die keus kon ik nu niet meer maken. Het vervolg behandeltraject bestond uit vijf weken lang wekelijks een chemo en vijfentwintig bestralingen.
Corona
Carla kreeg in drie maanden tijd drie keer slecht nieuws. Hoe ging ze daarmee om? ‘Heel praktisch. Ik dacht telkens: oké, dit is dus zo en wat nu. Mentaal ging het goed, ik zocht steeds dingen uit. Als fysiotherapeut zie ik vaak mensen die slecht nieuws krijgen. Waarom zou mij dat niet een keer overkomen? Misschien ga ik dood dacht ik regelmatig, maar dat gaan we allemaal, alleen weten we niet wanneer. Natuurlijk waren er emotionele momenten. Dan was ik met mijn mountainbike bij een prachtige plek, en dacht ik: misschien kom ik hier wel nooit meer.’ Omdat corona net in het land was, moest Carla altijd alleen naar haar afspraken in het ziekenhuis en naar de chemobehandelingen. ‘Dat was zwaar. Ik had gelukkig een eigen kamer vanwege mijn overgeeffobie. Op die dagen werkte ik als het kon met het infuus in mijn arm en mijn laptop op schoot. Elk uur liep ik minstens tien minuten rond over de afdeling. Ze noemden me daar het loopmeisje.’ Na een paar weken werd het erg zwaar. ‘Mijn billen waren op een gegeven moment stuk door de scherpe ontlasting, de vellen hingen er aan. Ook had ik veel last van oedeem en verklevingen in mijn buik.’ Toch probeerde Carla thuis nog zoveel mogelijk te wandelen en te werken. ‘Ik moest mezelf dan echt uit mijn patiënt-rol trekken. Zelfs toen het echt niet meer ging deed ik nog wat mogelijk was, al was het een paar meter naar de schuur lopen. Ik denk achteraf dat het heel goed is geweest om op die manier mijn conditie te behouden.‘
Boerenkool
Vanwege corona kwam er niemand bij Carla thuis. Maar gelukkig kreeg ze wel hulp: ‘Mijn vriend en ik hebben een LAT-relatie, maar hij trok bij mij in gedurende die periode. Dat was ontzettend fijn. Hij deed veel. Zo heeft hij de hele supermarkt leren kennen, want door het misselijk zijn wisselde ik vaak qua zin en smaak in eten. Mijn familie was er ook voor mij, mijn ouders zetten bijvoorbeeld eten voor mijn deur op de dagen dat ik chemo had. Soms een hele opgave. Dan had ik ‘s morgens bijvoorbeeld boerenkool besteld, maar moest ik daar later op de dag niet meer aan denken en maakte mijn moeder halsoverkop iets anders, zo lief. Mijn zus stond op de laatste behandeldag op het parkeerterrein van het ziekenhuis met een spandoek en bloemen, die ze dan op afstand moest geven. We konden niet knuffelen, heel raar.’ Toen ze klaar was vierde Carla het met een lunch met haar familie op afstand in de tuin. Maar de weken daarna werd ze nog zieker. De effecten van bestraling en chemo kwamen bij elkaar. ‘Ik lag toen in foetushouding op bed om de pijn te doorstaan. Maar ook toen hielp het om mezelf uit de patiënt-rol te trekken. Dan sloeg ik mezelf in het gezicht om kleur te krijgen, deed ik een kleurige trui aan en kon ik een uurtje online vergaderen. Daarna was ik weer stuk.’
Yoga
Carla: ‘Zoals ik het hele traject heb ervaren, is samen te vatten in drie woorden: alleen, doorzettingsvermogen en afleiding. Alleen vooral vanwege corona en dat niemand voelt wat jij voelt. Vaak was ik verdrietig als ik het gevoel had dat mensen door gingen met hun leven en ik niets kon, stil op bed moest liggen en misschien wel nooit meer zou kunnen doen wat ik graag zou willen. In die tijd heb ik harde keuzes moeten maken, om het risico van besmetting te voorkomen. Dat deed verdriet. Maar ik voelde: als ik nu corona krijg, sterf ik. Ik was zo zwak geworden. Na de behandelingen heb ik gesprekken met een psycholoog gehad. Vooral over de angsten die ik had. Als ik bijvoorbeeld ergens een bobbel voelde, dacht ik meteen: het is uitgezaaid, ik ga dood. Gelukkig hebben de angsten niet lang geduurd. Geleide meditatie heeft me daar bij geholpen.’
Inmiddels krijgt Carla al drie jaar goede uitslagen. Ze is wel buiklymfeklieren kwijt en heeft last van de oedeem in haar buik. Als zich teveel vocht ophoopt, loopt dat naar haar rechterbeen. Oefeningen, yoga en stretchen hebben hier een verbluffend positief effect op.
Halve marathon
Sinds haar herstel heeft ze meer energie dan ooit. ‘Ik ben zo dankbaar dat ik weer dingen kan. Toen het slecht ging, was ik bang dat ik niet meer zou kunnen werken of mountainbiken. De eerste keer dat ik oefende met masseren, bij mijn vriend, was ik heel emotioneel. Zou het nog lukken, met die littekens en het oedeem in mijn buik?’ Momenteel kan Carla non-stop doorwerken. ‘Ik heb de arts gevraagd hoe dat kan. Omdat ik geen baarmoeder en eierstokken meer heb, zou een andere hormoonhuishouding een verklaring kunnen zijn, maar de arts denkt dat het vooral leefstijl is. Op het gebied van voeding, beweging, lichaamsgewicht en slaap heb ik veel aangepast. Ik werk vijf lange dagen en sport veel. Ook deel ik mijn ervaringen in diverse podcasts van het Vechtgenotenhuis in Ommen, een kankerinloopcentrum.’
‘Tijdens mijn revalidatie ben ik begonnen met de opleiding tot leefstijlcoach en inmiddels doe ik de tweejarige studie Intergrative Medicine. Het is echt bizar. In 2020 was ik zo ziek dat ik niet op vakantie kon. In 2021 heb ik met mijn vriend een rondje Nederland gefietst, 1.500 kilometer, in twee weken. Daarna heb ik in één dag de Elfstedentocht gefietst, de Col du Galibier beklommen en afgelopen maart een halve marathon gelopen. Ik doe het heel goed op doelen. Mijn geest én lichaam worden er gewoon beter van als ik veel beweeg. Ik kan het werk beter aan, muggen worden geen olifanten en ik heb minder last van stress.’
‘Mij hielp het om niet te klagen, maar om door te gaan. Maar veel mensen vonden dat ik rustiger aan moest doen en zeiden: ‘Pas toch op, herstel je zo wel genoeg?’ Ik ging twijfelen; zag ik misschien niet van mezelf dat ik was doorgeslagen? Met die vraag ben ik naar een coach gegaan. Mijn conclusie is: dit ben ik. Hier voel ik me goed bij. Dat anderen het anders doen, prima. Mijn advies aan lotgenoten zou zijn: blijf niet in de bubbel van je beperkingen. Werk eromheen, kijk naar wat er wel kan en wat jij wil.’
Carla vertelde haar verhaal voor Olijfblad 2-2023 (juni 2023). Inmiddels kunnen er veranderingen in haar gezondheid zijn.