Deel via

‘Spoiler alert: baarmoederhalskanker’ Als er ook maar één vrouw een verouderde oproep voor een uitstrijkje heeft liggen, of vage symptomen heeft en door het lezen van dit verhaal denkt: ‘Shit, ik ga nu meteen bellen voor een afspraak’, is het doel van Elyse bereikt. Zij liet op haar 30ste een uitstrijkje maken en kreeg nog een toekomst.

Elyse

‘Ik moet bekennen: ik heb trillende vingers nu ik aan dit bericht begin. Alsof dit het echter maakt, terwijl het natuurlijk al echt is... Maar goed, ik begin met me voor te stellen. Ik ben Elyse, 30 jaar, mama van zoontje Guus (bijna 2,5 jaar) en vrouw van Menno.

Wat als ik het niet overleef?
Augustus 2019. Er is niks aan de hand, net drie maanden geleden verhuisd. Ineens hoor ik dat ik baarmoederhalskanker heb. Geen symptomen, nergens last van. Gewoon even voor mijn 30ste naar de huisarts voor een uitstrijkje. Ergens ben ik er toch niet helemaal gerust op dat ik een goede uitslag zou krijgen. En dat gevoel blijkt te kloppen: de uitslag is pap 4 met HPV (Humaan Papillomavirus). Meteen diezelfde dag kan ik terecht bij de gynaecoloog in het streekziekenhuis. Die ziet inderdaad wat zitten. Ze doet gelijk een lisexcisie (een stukje van de baarmoederhals weghalen voor de patholoog). In verband met onze geplande vakantie maakt ze er een spoedje van voor het lab. Een week later mag ik langskomen voor de uitslag. De arts kijkt me aan en zegt: “Ik heb helaas slecht nieuws, je hebt baarmoederhalskanker.”. Shit. Iedereen met de diagnose kanker herkent vast dat op dit moment álle scenario’s door je hoofd spoken. En dat daar vooral eentje van als een monster je blijft aanstaren: wat als ik het niet overleef

Geniet van de wijn
Een paar dagen later breng ik mijn eerste bezoek aan het Radboud. Een gesprek, klein onderzoek en een longfoto (niks op te zien gelukkig). Het gesprek is prettig, ze kunnen op basis van de lisexcisie een verwachting geven: de tumor (plaveiselcelcarcinoom) is hoogstwaarschijnlijk stadium 1A2. Maar de gevonden cellen in de klierbuizen baren wel wat zorgen. Ondanks dat ‘maar’ 10-15% kans op uitzaaiingen. Dat is mijn grootste angst, omdat mijn moeder in 2015 aan uitgezaaide borstkanker is overleden.

Het grote onderzoek onder narcose zou anderhalve week later plaatsvinden, maar eigenlijk zouden we twee dagen later op vakantie gaan. We stellen de vraag: verandert de diagnose als we het onderzoek een week uitstellen? Het antwoord: nee. Dus wij kiezen ondanks alles naar Italië te gaan. Want óf ik kan 11 dagen thuis op de bank gaan zitten stressen en wachten, of 16 dagen wachten waarvan 13 dagen in Italië doorbrengen met mijn gezin. Mijn arts zegt gelijk: "Ga, en geniet vooral ook van de wijn!".

Boek in de wijngaard
Wat is dat dubbel. We genieten zoveel mogelijk, hebben waanzinnig uitzicht, prachtig weer en een heerlijke tijd. Maar wat is het soms lastig. Een genietmomentje kan elk moment omslaan in angst. Vreselijk vind ik dat. Dus ik probeer ook af en toe wat te lezen, en wat denk je? Ik sla een simpele roman open, en na zo'n twintig pagina’s gaat het over een vrouw met baarmoederhalskanker die is opgegeven door haar artsen. Ik gooi het boek LETTERLIJK de wijngaard in voor ons vakantiehuis. Hoe verzin je het? De dag erna ligt het boek er niet meer. Dank je wel lieve man van mij. Nog altijd geen idee wat je ermee gedaan hebt... ????

Eenmaal thuis ga ik drie dagen later onder narcose. Het knuffeltje van mijn zoontje gaat met me mee als mascotte (en daarna elke keer als ik naar het ziekenhuis moet). Het onderzoek gaat goed en de artsen zijn positief. Wat een opluchting! Ze vonden geen gekke dingen, maar we moeten de MRI nog wel afwachten. Nogmaals: die cellen in de kliervaten.

Een paar dagen later mag ik ‘s avonds langs voor de MRI. Wat een lawaai! Leuk, die radio aan in je koptelefoon. Beetje jammer dat die lang niet hard genoeg stond. Maar goed, de MRI is gelukt. Inmiddels is het stil en verlaten geworden in het ziekenhuis en mogen we door de donkere gangen naar huis.

D-day
De volgende dag is het D-day. Om 15:30 uur mag ik mij melden voor de uitslag van het biopt, het onderzoek onder narcose en de MRI. Ik kan mezelf altijd vrij goed in de hand houden, maar nu heb ik het moeilijk. Als de wachttijd oploopt tot 30-45 minuten, krijg ik bijna een paniekaanval. Mijn benen trillen en mijn ademhaling slaat op hol. Ik ben zó bang...

Ik mag meekomen. De uitslag. En tot mijn grootste geluk (en verbazing) valt die mee. De tumor is wel iets breder dan ze dachten, maar minder diep. Op de MRI is deze dankzij de eerdere lisexcisie zelfs al bijna niet meer zichtbaar. Ook de rest geeft geen afwijkingen. Ik ben zo enorm opgelucht: het is inderdaad stadium 1A2. Dat betekent dat de behandeling een radicale trachelectomie gaat worden: een baarmoederbesparende operatie waarbij de baarmoedermond en een stukje van de ophangbanden verwijderd worden. Vanwege de eerder gevonden cellen in de klierbuizen moeten de 33 bekkenklieren er ook uit. Mochten er in die klieren toch uitzaaiingen zitten, dan zal de vervolgbehandeling bestraling zijn en is daarna mijn baarmoeder alsnog ‘kapot’. Gelukkig schatten de artsen die kans op uitzaaiingen klein in.

Ik weet dat de operatie, het herstelproces en de risico’s zwaar gaan worden. En dat onze wens voor een tweede kindje in gevaar is. Toch kan ik daar ook luchtig over zijn, want we hebben al een waanzinnig kind. Maar ik kan bijna niet uitleggen hoe opgelucht ik ben dat het in dit stadium ontdekt is. Wat ben ik het bevolkingsonderzoek dankbaar voor dit uitstrijkje, anders had het nog lang kunnen duren voor we dit ontdekt hadden en was mijn prognose compleet anders geweest.

LEEF, alsof het je laatste dag is
Inmiddels is de operatie alweer achter de rug. Het herstel is geen pretje, ik zal jullie de details besparen. Maar wat het zwaarst is dat je aan het herstellen bent van iets waarvan je nog niet weet of je aan het herstellen bent voor een mooie toekomst of voor, hard gezegd, niks... Twee weken na de operatie zou ik ‘s middags voor controle naar het Radboud gaan. Met een beetje geluk zou de uitslag van de patholoog dan ook binnen zijn. Die ochtend heb ik mezelf afgeleid door wat te werken (heb een eigen bedrijf). Toen ging de telefoon, onbekend nummer. Shit, dat moet het ziekenhuis zijn. Ik hoor de stem van de gynaecoloog in opleiding: “We hebben de uitslag binnen en ik dacht: ik bel je gelijk even. Goed nieuws: er is in geen van de weggenomen weefsels iets kwaadaardigs meer gevonden.”. Er valt een zwaar gevoel van me af, ik haal voor het eerst in weken weer écht adem. Ik hang op, druk mezelf in de armen van mijn man en zet het even vol op een janken. Iets wat me die dag vaker overkomt. Ook toen mijn man, mijn zoon en ik in de woonkamer staan te dansen terwijl keihard het lied: 'LEEF, alsof het je laatste dag is' aan staat. Alle emoties hebben die dag de revue gepasseerd, maar voor het eerst in maanden was er daarvan één niet bij aanwezig: angst.

Natuurlijk geeft de goede uitslag geen garantie. Maar ik heb nog een toekomst gekregen, iets wat niet voor iedereen zo mag zijn. Het is nog wel even omschakelen: van je grootste angst dat je er straks misschien niet meer bent, naar vooruit kijken naar een mooie toekomst. Mijn zoon zien opgroeien, oud worden met mijn man en alles wat daar tussenin zit. Het enige wat ik nu kan zijn: dankbaar voor en gelukkig met deze kans.

Het is een lang verhaal en ik merk nu dat ik de trillende vingers er helemaal uitgetypt heb. Bedankt voor het lezen van mijn verhaal, en mocht je ooit twijfelen aan dingen die je voelt of de oproep voor het bevolkingsonderzoek krijgen: laat dat uitstrijkje maken. Helaas is een goede afloop bij kanker alles behalve vanzelfsprekend en ik knijp mezelf dan ook enorm in mijn handjes dat het voor mij zo relatief goed heeft mogen aflopen.

Elyse schreef haar verhaal in november 2019. Inmiddels kunnen er veranderingen zijn opgetreden in haar gezondheid.



Deel via

Lees verder...

  1. 11 maart 2024 Jessica (41): 'Je moet weer re-integreren in je leven'
    Lees verder
  2. 15 februari 2024 Daphne (42): 'Ik denk nu regelmatig: “Ik kon kanker aan, ik kan dus alles aan.“’
    Lees verder
  3. 15 februari 2024 Carla (45): 'Het hielp om mijzelf uit de patiënt-rol te trekken'
    Lees verder